Diamantbewerkers in de ledenlijst van de ANDB
Diamantbewerkers zal je vast in je stamboom ergens tegenkomen, zeker als je voorouders in Amsterdam woonden. Dit vak bestaat al eeuwen, en werd vooral bij joodse thuis gedaan. Maar rond 1900 was de diamantbusiness één van de grootste industrieën in Amsterdam, wat het ‘diamantcentrum’ van de wereld was.
Geen gilde
Dit beroep werd vooral door Joden gedaan, omdat ze hiervoor niet bij een gilde aangesloten hoefde te zijn. Het was voor hen namelijk verboden om zich daarbij aan te sluiten. Rond 1860 waren er ca. 1400 diamantbewerkers, wat na die tijd alleen maar groeide mede door de industriële revolutie naar 10.000 in 1890.
‘Investeer in de menselijke ziel. Wie weet is het een ruwe diamant.‘
Door deze toename van vooral Joodse werkers (70%), werd in 1894 de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) opgericht. Het was de eerste grote en later de belangrijkste vakbond voor de diamantbewerkers met zelfs invloed op wereldniveau en -handel. Door hun georganiseerde werkwijze waren zij een goed voorbeeld voor de NVV, later de FNV.
Werkomstandigheden delvers
Veel diamanten werden in Zuid-Afrika gedolven, zoals in Kimberley. In tegenstelling tot de klovers en slijpers, waren de werkomstandigheden voor de delvers niet bepaald gezond en de lonen waren laag. Ze werkten 12 uur per dag in het donker aan één stuk door. Door het mijnwerk hadden ze schade aan hun longen en ogen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is een groot deel van de diamantbewerkers en juweliers vermoord. Hierdoor was er van de ANDB nog maar weinig over, waardoor ze eind jaren ’50 zijn opgegaan in de FNV.
Bronnen voor onderzoek
Als je het beroep diamantbewerker in je stamboom tegenkomt, is de kans groot dat je die persoon terugvindt in de archieven.
Ledenkaarten ANDB Inst. Sociale Geschiedenis
Verder lezen: Vakbondhistorie ANDB