Om je wat achtergrond te geven bij het grasduinen in notariële akten over je familie, neem ik je mee in de geschiedenis van het notariaat in de Nederlanden.
Het verhaal van de notaris begint tegen het einde van de dertiende eeuw. Toen begonnen geestelijken, benoemd door de keizer of de paus, met de officiële registratie van allerlei soorten zaken. Wat binnen het takenpakket van de notaris viel, liep uiteen van plaats tot plaats. Dit was een stuk omvangrijker dan de taak van de hedendaagse notaris.
Tegen de zestiende eeuw begon de (regionale) overheid zorg te dragen voor de aanstelling van notarissen.
De notaris was niet overal bekend
Tot de invoering van wetgeving voor het ambt van notaris was het notariaat niet overal een bekende praktijk. Met name in het noorden en oosten van Nederland werden de functies van de tegenwoordige notaris door andere functionarissen vervuld. Bijvoorbeeld door richters, drosten en redgers en soms ook door pastors en kerkvoogden.
De taak van deze functionarissen was dan vaak ook uitgebreider dan die van de notaris zoals wij die tegenwoordig kennen. Het tegenwoordige Belgische grondgebied maakte in 1795 deel uit van de Eerste Franse Republiek. Hier werd vier jaar eerder de eerste wetgeving voor het notarisambt vastgesteld.
‘De meeste kunstenaars zijn zakenmensen die redeneren als een notaris.’
De Ventôsewet van 1803
De meest essentiële ontwikkeling voor België echter, was de Ventôsewet die in 1803 tot stand kwam. Hierin werden de belangrijkste kaders geschetst voor het ambt van notaris. Deze wet vormt tot op de dag van vandaag in België nog altijd de basis voor het ambt van notaris. Toen het grondgebied van het huidige Nederland in 1810 geheel bij het Eerste Franse Keizerrijk werd ingelijfd, werd daarmee ook voor Nederland de Ventôsewet van kracht.
Wet op het notarisambt
Waar in het huidige België en het huidige zuiden en westen van Nederland het notariaat eeuwenlang een gangbare praktijk was geweest, was dit voor het noorden en oosten van Nederland een heel ander verhaal. Voor de functionarissen in deze gebieden betekende dit, dat zij zich dit nieuwe ambt eigen moesten maken, zichzelf inlezen in de nieuwe wetgeving en zich voegen naar de functieomschrijving van de notaris.
Twaalf jaar na de Belgische afscheiding in 1830 werd in Nederland nieuwe wetgeving ontworpen waarbinnen de notaris zijn taak uitoefende. Deze Wet op het notarisambt uit 1842 vormt, zij het in gewijzigde vorm, nog altijd de basis voor het Nederlandse ambt van notaris.
Werkterrein van de notaris
Hoewel voor de invoering van de Ventôsewet uit 1803 de taak van de notaris vaak veel uitgebreider was, beperkt het zich na die tijd tot een viertal werkterreinen. Deze werkterreinen betreffen:
- het ondernemingsrecht, waarbij te denken valt aan het oprichten van ondernemingen en verenigingen en het uitgeven en overdragen van aandelen,
- het goederenrecht, waarbij te denken valt aan de koop en verkoop van huizen, grond en ander onroerend goed,
- het personen- en familierecht en het erfrecht, waarbij te denken valt aan het opmaken van huwelijkse voorwaarden, testamenten en boedelscheidingen, en
- het opstellen van notariële akten vanwege de bewijskracht, die men anders niet zou hebben bij het opstellen van onderhandse akten.
Overzicht bronnen voor onderzoek
Open Archieven
Notariële archieven Register van eigendom Borgstellingen Rekeningen
Overige archieven
Rijksarchief België Notarisakten BE Opvolger notaris NL Centraal Testamentenregister Akten Noordoost-Brabant Akten Midden-Brabant Akten Arnhem Akten Amsterdam Akten Nederlands-Limburg Akten Zeeland Akten Friesland Akten Haarlem Akten Rotterdam Akten Utrecht Akten West-Brabant Akten Breda
Meer lezen of zien?
- Kijk naar De Erfgenaam op RTL of via RTL XL
- Kijk naar Erfgenaam Gezocht op VTM of via VTM GO
Over de familie Frazer | De Grote Oorlog | De Records Lookup Service | Oude adressen en woningkaartenDeel dit artikel op
Ga naar de auteurspagina
Tip: Zo gebruik je de akte checklist |