Analyse leeftijden van mijn voorouders over tien generaties
Onlangs werd ik 73 jaar oud en vroeg me af hoe oud m’n voorouders eigenlijk werden. Op Yory is hierover al eerder geschreven. Ik ben statistisch aan het werk gegaan en het resultaat hier is dan wel geen wetenschappelijk hoogstandje, maar is wel meer dan van enkel anekdotische waarde of het resultaat van een futiele bezigheid (die wel veel tijd heeft gekost). Uiteraard, ieder mens heeft – behalve (biologische) sibbelingen (broers en zussen) – een unieke set voorouders met inherent verschillende leeftijden.
De achtergrond van mijn voorouders
Mijn vader was 73,4 jaar bij zijn overlijden en moeder werd 90,6 jaar oud. Van hun ouders en grootouders en twee generaties daarvoor was dit allemaal goed bekend. Op die vierde generatie heeft iedereen 16 voorouder echtparen en met elke generatie verdubbelt het aantal voorouders. Opmerkelijk is dat geen van m’n grootouders de leeftijd van 70 haalden. Ze leefden ten tijde van de twee wereldoorlogen, met daar tussenin de depressie van de dertiger jaren. Mogelijk hebben economische tegenslagen in die tijd bijgedragen aan hun relatief kortere levensduur.
Als achtergrond kan vermeld worden dat de geografische locatie van mijn ouders duidelijk verschillend zijn en geen overlap hebben. Vaders kant stamt voor het overgrote deel af van families in Katwijk aan Zee met vóór de 6e generatie (aan de Verloop-kant) afkomst uit de Alblasserwaard en Asperen.
Harde werkers
Moeders kant stamt voornamelijk uit Twente, met takken naar Duitsland, de omgeving ten zuiden van Zwolle en het westelijke deel van de provincie Utrecht.
Mijn verre voorouders waren van gewone komaf, maar wel hardwerkende lieden: van vaders kant, timmerlieden, voermannen, zeelieden, schelpenvissers, haringvissers en handelaren, schippers en kapiteins ter koopvaardij. Moeders voorvaderen werkten in de Twentse textielindustrie (als spinners en wevers), waren bouwmannen, boerenknecht, dagloner, koopman, veldwachter, molenaars en huisschilders.
Tot aan het eind van de 16e eeuw kan geen van deze voorouders “blauw bloed” worden aangerekend. Echter, daarvoor zijn er aanwijzingen dat zowel van vaders en moeders kant bloedlijnen bestaan tot Hollandse en Vlaamse adel, die dan weer te verbinden zijn aan Karel de Grote. Wie heeft dit niet!
Statistische basis
In het waaierdiagram staan negen generaties voorouders t/m de stam-ouders. In totaal omvat dit theoretisch 1022 voorouders. Met name aan moeders kant zijn grote hiaten te zien omdat vele kwartieren al doodlopen na de vijfde of zesde generatie. In dit diagram is de naam bekend van van 593 voorouders, ofwel 58,0% van het theoretische totaal. Hiervan is de leeftijd bekend van 413 personen (40,4% van totaal).

In de tabel staan deze statistieken per generatie voorouders t/m de stam-grootouders (let wel: hier tien generaties).

In tien generaties voorouders is de leeftijd bekend van 490 personen (23.9% van het totaal). De grote terugloop van 804 mensen waarvan de naam wel bekend tot 490 waarvan ook de leeftijd bekend is te wijten aan het feit dat van die 314 personen geen jaar van geboorte bekend is – maar nog vaker – dat de datum van overlijden ontbreekt. Dit begint duidelijk een rol te spelen in de statistieken van de 7e t/m 10e generatie, zoals te zien is in de grafiek hieronder.
Opgemerkt kan worden dat personen waarvan de leeftijd wel bekend is (d.w.z.. datum van begraven) wellicht verwijst naar een betere maatschappelijke stand dan van diegenen waarvan de datum van overlijden niet bekend is. Dit verschil in stand is dan mogelijk ook van invloed geweest op hun respectievelijke leeftijden.

Het is duidelijk dat van de meeste personen van vóór de Napoleontische tijd de leeftijd berekend is gebaseerd op respectievelijk datums van doop en begrafenis (i.p.v. geboorte en overlijden). Van enkele kwartierherhalingen is wel sprake in de afkomst van beide ouders; deze zijn in de statistieken niet dubbel ingevoerd.
Gegevens van de 11e en hogere generaties voorouders zijn hier buiten beschouwing gelaten vanwege het relatief kleine aantal personen waarvan naam en leeftijd bekend zijn.
Gemiddelde leeftijden en spreiding

We zien – zoals wel verwacht – een geleidelijke afname van de gemiddelde leeftijd bij zowel mannen als vrouwen. Uitschieters zijn de relatief kortere leeftijden in de tweede en vierde generaties van voorouders. Hierna loopt de gemiddelde leeftijd langzaam af van net onder de 70 jaar (vijfde generatie) tot 59 jaar (bij mannen) en 55 jaar (bij vrouwen) in de tiende generatie voorouders. Opmerkelijk is dat niet geconcludeerd kan worden dat vrouwen vroeger langer leefden dan mannen.

Bij de aanmaak van deze grafiek is bij de 1e t/m 6e generatie – waar mogelijk – de leeftijd ingevoerd berekend op jaren en dagen. Van latere generaties was dit veelal niet mogelijk vanwege het ontbreken van exacte datums van doop en begrafenis (maand en dag). Personen met dezelfde leeftijd in jaren staan in de grafiek (beginnend bij de 7e generatie) dus als een enkele punt (man en vrouw).
Enkele uitschieters
Oudste vrouw | Betje Jansdr. (van den Oever), 101,3 jaar, 9e generatie, Katwijk,1658-1759 |
Oudste man | Jan Gerritsen, 98 jaar, 8e generatie, Neuenhaus, NI, Duitsland 1667-1665 |
Jongste vrouw | Lijsbet Leendertsdr. Roos, 24 jaar, 7e generatie, Katwijk, 1735-1759 Aaltgen Maartensdr. (Kloen), 24 jaar, 10e generatie, Katwijk, 1656-1681 |
Jongste man | Barend Jansz. Kerkveld, 22 jaar, 6e generatie, Borne, 1781-1803 |
In totaal haalden twaalf voorouders de leeftijd van ten minste 90 jaar en tien werden enkel 30 jaar of jonger. Zeven van die tien waren vrouwen waarbij sterfte in het kraambed (of niet lang daarna) ongetwijfeld een rol heeft gespeeld.
Bronnen
Te veel om op te noemen, maar – behoudens eigen onderzoek – voor een groot deel afkomstig uit:
- Twentebestand.nl; met name genealogisch onderzoek van H.G. Frowijn (1924-2003)
- Werkgroep Genealogie Genootschap Oud Katwijk
- GeneatNet en Genealogie Online
- CBG: wiewaswie.nl
Lees ook
Analyse leeftijden van mijn voorouders over tien generaties