Langs kronkelwegen terug in de tijd 3 – Schepenakten
Patroniemen
Ergens op het grote internet vond ik iets over patroniemen en vernoemingen, waardoor het kwartje viel. Aert Petri (Arnoldus Peters) is dus de zoon van Peter of Petrus. Ik was dan ook erg trots dat ik Peeter Jochims vond. Peeter zijn vader is Jochim: Jochim Janss van Uden, de opa van Geurt: zomaar twee generaties verder terug in de tijd.
De taal maakt het regelmatig moeilijk om de juiste patroniemen (letterlijk: naam van de vader) te vinden, zoals in deel 2 te zien was: Gerardi is in het Nederlands Gerrits. In de kerk heerste het Latijn en in de Franse tijd (ongeveer van 1795-1815) ging alles in het Frans.
Uiteindelijk ben ik gekomen tot het volgende beginstuk van de stamboom:

Vernoemingen
Voor stamboomonderzoekers is – zoals gezegd – het vernoemen tegelijk een voordeel en een nadeel. Het voordeel is dat je er steun aan kunt hebben en dat je familie-verbanden kunt leggen. Lastig is dan weer dat elk ouderpaar wel een kind naar de grootvader of grootmoeder of ander familielid noemt.
Het vernoemen van de boreling naar de grootouders is een oud gebruik en is mogelijk ontstaan omdat men ervan uit ging dat je eigenschappen daarmee kon doorgeven. Maar misschien ook wel om te weten ‘van wie je er eentje bent’. In mijn familie komt de naam Geurt/Godefridus voor vanaf 1626 tot en met mijn overgrootvader Godefridus van 1867-1931.
Noteer alles!
Ik was al een hele tijd aan het speuren voordat ik op het idee kwam om alles beter te gaan documenteren, beter gezegd: ik had nog amper iets van die feiten genoteerd. Opdat ik ook weer iets kon terugvinden.
Eerst kopieerde ik de https-regel van internet als ik een akte of iets anders gevonden had. En die regel (link) schreef ik onder de naam van de voorvader. Ik kwam er later achter dat veel documenten een link of zelfs een proxy-link hebben. Die laatste wil zeggen een duurzaam webadres en dat is een betere link.
Met vallen en opstaan leerde ik dat die links erg belangrijk zijn. Alle documenten die ik tegenkwam, (kopiëren met de kniptool of een knipprogramma) ben ik ook gaan opslaan, met eerst het jaartal, dan de maand en dan de dag. Bijvoorbeeld 1626-10-12. Heb je meteen alles chronologisch.
Ik was er inmiddels wel achter dat er programma’s bestaan om al je vondsten digitaal te noteren, maar dat zijn er dan meteen weer een hoop, waardoor ik door de bomen het bos niet meer zag. Op de site van Yory staan er ook een aantal. En dan zijn er nog diverse sites waarop je je kunt abonneren en waarop je allerlei bestaande stambomen en gegevens kunt vinden; tenminste, dat dénk ik, want ik ben ook daar nog niet aan begonnen. (bijvoorbeeld Geneanet, FamilySearch, MyHeritage). Ik noteer alles gewoon in Word.
Schepenakten
Het gemeentebestuur van vroeger dagen waren de Schout en de Schepenen en die maakten onder andere Schepenakten; vergelijkbaar met de huidige notarissen. Ook hier belandde ik per ongeluk via het BHIC. Elke provincie heeft een vergelijkbaar centrum/archief. Mijn roots liggen in Brabant, vandaar het Brabants BHIC. Hier is al heel veel gedigitaliseerd, een echte snoepkraam! Ik kan niet uitleggen hoe het werkt, maar je vindt er pareltjes; gewoon kijken en uitproberen.
Sites als WieWasWie, Open Archieven, Archieven.nl, Geneanet, Geni.com en Familysearch geven namen en data, en vaak kun je doorklikken naar de bijbehorende documenten. Ook heel belangrijk voor de feitelijke data, maar niet voor allerlei leuke en interessante wetenswaardigheden.
Het mooie van de Schepenakten is dat je een klein inkijkje krijgt in het leven van de mensen uit die tijd: erfenissen, hypotheken en leningen, wie werd voogd over minderjarige kinderen, verkopen van landerijen en huizen, en vooral daardoor: familiebanden en soms adressen. Een van mijn voormoederen erfde een timmer-winkel van haar man. Echt de moeite waard, die schepenakten!
Wat Staet Daer
Wat staet Daer is een site met een forum, waar je vragen kunt stellen over stukjes tekst of betekenissen; eerst wel zelf moeite doen om te transcriberen (overschrijven in huidige taal en handschrift). Verder heeft André Dumont een genealogisch Latijns woordenboek op internet nagelaten, zie hier.
Dus weer in schepenakten gaan zoeken en gevonden dat Geurt (soms ook Goort genoemd) Aertz en zijn eerste vrouw Helena een ‘behuijsinge’ kochten in Ravenstein. Een leuk verhaal. Er stond wel enige informatie bij over welk huis het was, naast wie en zo, maar op een oude kaart kon ik het plekje niet vinden. Joost vertelde dat hij na lang puzzelen aan de hand van de aktes en het cijnsboek [belastingenboek] en het herkennen van een naam van de buurman, het huis had gevonden. En dat huis is er nog steeds! Wezen kijken, en dan voelt het toch heel apart: Geurt heeft hier gewoond, en door het dorp gelopen!
Daarom was het speuren zo leuk, omdat ik telkens nieuwe dingen ontdekte. En ik leerde er steeds meer van. Als ik nu een eerder gevonden akte opnieuw bekijk, ontdek ik ook weer nieuwe dingen!

Al die vondsten verdienen een mooi plekje in je verhaal!
Transcriptie van de gevonden akte
Jan Arts Visschers en zijn vrouw Meijken Claessen evenals Bernt Wirick van Dooren en zijn vrouw Elisabeth van Dijck transporteren aan de echtelieden Goort Arts en Helena Hermes een behuijsinge in de stad Ravenstein met de achterkant aan de stadswal naast het huis van de geweldiger (provoost) aan een zijde en het huis van Andries van de Steen aan de andere zijde. 28-8-1663.
Lees ook de andere delen
Lees ook
Langs kronkelwegen terug in de tijd 3 – Schepenakten