Was Tilburg in de 19de eeuw een ongezonde industriestad?

uitleg

Was Tilburg in de 19de eeuw een ongezonde industriestad?
Tilburg zicht op de Bredaseweg, 1899

Was Tilburg in de 19de eeuw een ongezonde industriestad?

Ondanks dat de stad tegenwoordig zeker de moeite is, zijn toch maar weinig mensen met Tilburg bekend. Veruit de meeste mensen kennen de stad alleen vanwege de kermis en haar textielindustrie. Gelet op dat textielverleden zou je wellicht denken dat het Tilburg van de negentiende eeuw een ongezonde plek was, maar was dat wel zo?

In mijn bachelorwerkstuk besteedde ik aandacht aan de vraag of er sociale en ruimtelijke verschillen zijn in de sterfte aan airborne infectieziekten – infectieziekten die via de lucht worden overgedragen – in het Tilburg tussen 1877 en 1881. In dit artikel geef ik je het antwoord en laat ik zien waarom het ook relevant is voor je eigen stamboomonderzoek.

Van dorp naar stad

In tegenstelling tot Amsterdam was Tilburg een echte industriestad, alleen was dat aan het begin van de negentiende eeuw nog niet zo. Rond 1800 was Tilburg een verzameling gehuchtjes, maar door de textielindustrie en de werkplaats van de Staatsspoorwegen groeide de stad tussen 1860 en 1880 explosief.

Het oude St. Elisabethgasthuis aan de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring) in Tilburg, 1944 (bewerkt). Bron: Regionaal Archief Tilburg, foto nummer 018658.
Het oude St. Elisabethgasthuis aan de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring) in Tilburg, 1944 (bewerkt). Bron: Regionaal Archief Tilburg, foto nummer 018658.

Om al die mensen een nieuwe plek in de stad te geven en de industrie draaiende te houden, kregen ook de metaalnijverheid en de bouwnijverheid een flinke impuls. Waar de gehuchtjes van oorsprong door simpele (zand)wegen met elkaar waren verbonden, begon in de stad op een gegeven moment verdichting van de bebouwing plaats te vinden.

Beter ergens anders, dan in Tilburg?!

Ondertussen voltrok zich in Nederland vanaf ongeveer de jaren 1880 een overgang van sterfte aan met name infectieziekten (pokken, tuberculose, cholera, etc.) naar sterfte aan met name degeneratieve aandoeningen (kanker, hart- en vaatziekten). Die overgang wordt in de wetenschap de epidemiologische transitie genoemd.

De transitie gebeurde niet in één keer, maar vond in verschillende stadia plaats tot zeker na de Tweede Wereldoorlog. Zij was bovendien het gevolg van verbeteringen in onder meer gezondheidszorg en de leef- en werkomstandigheden die de invloed van infectieziekten sterk deden afnemen.

In Tilburg stierven tussen 1877 en 1881 echter al meer 20- tot 60-jarigen aan een degeneratieve aandoening dan aan een infectieziekte, in tegenstelling tot het gemiddelde in Nederland rond die periode. Zo’n ongezonde plek was Tilburg dan toch weer niet om te leven…

Wie je was en waar je woonde

Wel waren er verschillen tussen de sociale klassen. Verrassend genoeg waren de Tilburgers die aan een airborne infectieziekte – bv. longtuberculose, bronchitis, hydrops – vaker afkomstig uit de klasse van geschoolde arbeiders (één na hoogste klasse), dan die van de ongeschoolde arbeiders. Ook in Maastricht was dat het geval.

Verder was het sterftecijfer van airborne infectieziekten ook in de veertien Tilburgse wijken verschillend. Zo waren de wijken rond het stadscentrum meestal niet de beste plek om te leven, maar ook daar waren uitzonderingen op. Bovendien was je niet altijd beter af in een agrarische wijk aan de rand van de stad.

Militairen in het St. Elisabethgasthuis tijdens de Eerste Wereldoorlog, Tilburg (bewerkt). Bron: Regionaal Archief Tilburg, foto nummer 053649.
Militairen in het St. Elisabethgasthuis tijdens de Eerste Wereldoorlog, Tilburg (bewerkt). Bron: Regionaal Archief Tilburg, foto nummer 053649.

Gek genoeg hingen die verschillen (waarschijnlijk) niet samen met de bevolkingsdichtheid of de sociale klasse van die veertien wijken. Alleen de aanwezigheid van stoommachinefabrieken in die wijken lijkt een zekere invloed te hebben gehad op de sterfte aan airborne infectieziekten in die wijken.

Ga zelf op zoek!

Om meerdere redenen is het aan te raden om zelf op zoek te gaan naar de doodsoorzaken in jouw familie. In de eerste plaats zegt armoede en bevolkingsdichtheid dus zeker niet alles en omdat in de negentiende en aan het begin van de twintigste eeuw infectieziekten vaker voorkwamen, zijn de doodsoorzaken toch vaak anders dan je denkt.

Daarnaast is elke stad anders, want onderzoek in Amsterdam laat bijvoorbeeld zien dat joden veel vaker de dans ontsprongen bij een infectieziekte-epidemie (alleen niet bij cholera). Bovendien is de situatie op het platteland ook weer anders dan in de stad.

Als belangrijkste reden moet ten slotte worden genoemd dat het ook zeker mogelijk is om de doodsoorzaak van je voorouders te achterhalen! Van maar liefst 330 huidige en voormalige Nederlandse gemeenten zijn namelijk zogenaamde doodsbriefjes en doodsoorzakenregisters bewaard gebleven.

Bachelorwerkstuk Indie van Lieshout

Bachelorwerkstuk-Indie-van-Lieshout-1088064

Indien hierboven niet weergegeven, kan je via deze link mijn bachelorwerkstuk bekijken.

Hulp nodig?

Lukt het niet? Vraag dan hulp aan de Stamboom Helpdesk.

Meer lezen of zien?

Lees ook

DNA-test kopen? Dit moet je weten!
Kwam jouw voorouder in aanraking met de gemeentepolitie?
Doodsbriefje vinden in Archief Tilburg
Doodsoorzakenregister Stadsarchief Tongeren
Zo vind je een strafvonnis in het BHIC
Kranten van vroeger – Afstand doen van een kind

U heeft zojuist gelezen: Was Tilburg in de 19de eeuw een ongezonde industriestad?

Reageer op dit artikel
Opmerkingen over artikel
Schrijf mij in voor de nieuwsbrief (1 x per 3 maanden)
Bezig met versturen

Wil je een donatie doen?
Yory is non-profit, maar de kosten zijn zeker € 750 per jaar. Met donaties kan dit platform blijven bestaan.

Yolanda Lippens donatie