Help, waar ligt mijn voorouder begraven?
In de voorbij eeuwen was het in Nederland erg gebruikelijk dat je na je overlijden werd begraven. Dit ritueel maakte vorige eeuw geleidelijk steeds meer plaats voor crematie. Als een graf nog niet geruimd is, kan je hem vaak makkelijk online terug vinden. Anders wordt het natuurlijk als het graf wél geruimd is. Voor die situatie zette Yolanda Lippens eerder al deze tips uiteen.
In dorpen is het vaak redelijk eenvoudig te zeggen waar iemand begraven was, zeker als er louter één kerk was met één begraafplaats. Met name in de wat grotere steden is dit niet zo gemakkelijk. Steden als Maastricht, Zwolle en Haarlem hadden meerdere begraafplaatsen, soms voorbehouden aan bepaalde religies, soms algemeen. Hoe vind je dan terug op welke begraafplaats een voorouder begraven lag en in welk graf? In dit artikel zetten we de belangrijkste bronnen uiteen en vertellen we welke informatie ze verschaffen.
Bidprentjes en begraafregisters (DTB)
Een eerste, wellicht wat verrassende bron, zijn bidprentjes. Het verschilt een beetje van plaats tot plaats, maar de bidprentjes die in zwang waren bij de katholieken, vermelden regelmatig de naam van de parochie waar de overledene op het moment van overlijden lid van was. Vaak staat dit dan onderaan het bidprentje. Indien de parochie een eigen begraafplaats had, weet je in ieder geval al dat het waarschijnlijk om die begraafplaats gaat.
Daarnaast hielden parochies en kerkgemeenten de zogenaamde DTB-boeken bij, ook wel parochieregisters en kerkboeken genoemd. In de begraafregisters werd doorgaans opgetekend welke leden van de betreffende parochie of kerkgemeente waren overleden en begraven. In veel gevallen hadden deze parochies en kerkgemeenten een eigen begraafplaats en kan je daar dus verder beginnen te zoeken. Was dat niet het geval, dan wil er wel eens een aantekening van de specifieke begraafplaats in staan.
Verloven tot begraven
Wanneer iemand was overleden, moest doorgaans eerst de doodsoorzaak worden vastgesteld door een schouwarts. Deze noteerde de doodsoorzaak op een zogeheten verklaring van overlijden, ook wel doodsbriefje genoemd. Als er sprake was van een natuurlijke dood of het lichaam was vrijgegeven door de officier van justitie in het andere geval, dan kon de begrafenis plaatsvinden, nadat een zogeheten verlof tot begraven was afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand.
‘De begraafplaats is een tuin van herinneringen.‘
Het afgeven van een verlof tot begraven gebeurt al sinds de eerste helft van de negentiende eeuw en werd later vastgelegd in de zogeheten Wet op de lijkbezorging. De inhoud van een verlof tot begraven verschilt van plaats tot plaats. In principe wordt meestal wél de specifieke begraafplaats en datum van begraven genoemd, soms is de informatie uitgebreider en kan je ook het specifieke graf- of vaknummer vinden.
Omdat de verloven tot begraven werden afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand, vind je ze in principe in een toegang of inventaris op het archief van het gemeentebestuur. Doorgaans zijn ze dan ondergebracht in de subrubriek “(openbare) gezondheid” en vervolgens onder “begraafplaatsen” of “lijkbezorging” te vinden. In de wat grotere steden komt het voor dat de verloven tot begraven in aparte toegangen of inventarissen zijn ondergebracht.
Begraafplaatsregisters
Diverse gemeenten hielden ook zogenaamde begraafplaatsregisters bij. Hierbij gaat het om een andere bron dan de hiervoor genoemde begraafregisters. In de begraafplaatsregisters vind je allerhande informatie, maar in ieder geval vaak de naam van de overledene, de naam van de begraafplaats en het graf- of vaknummer. Heel uitzonderlijk is het begraafplaatsregister van Maastricht dat bovendien ook de doodsoorzaak van de overledene bevat.

Bronnen voor onderzoek
Hulp nodig?
Lukt het niet? Vraag dan hulp aan de Yory Stamboom Helpdesk.
Lees ook
Help, waar ligt mijn voorouder begraven?























































