Adellijke titels zijn best verwarrend (2)

uitleg

Adellijke titels zijn best verwarrend (2)
Bron: Stedelijk Museum, Zutphen, 1701, Dirk van Loonen, Burgemeester Barhold van Diemen en zijn familie

Adellijke titels zijn best verwarrend (2)

Al eerder schreef ik over de adellijke titels, met name over hun predicaten. Toch bleven een aantal zaken onduidelijk en behoefden nader onderzoek. Kwam ik bij de Hoge Raad van Adel niet heel veel verder, veel medewerking ontving ik van de Nederlandse Adelsvereniging.

Prinsentitel

In de voorbereiding voor de voorgaande artikelen zag en las ik dat sommige, (vaak de eerstgeborene) hertogelijke kinderen een prinsentitel dragen. Dus vader is Hertog en zijn (oudste) kind is Prins. Dat vind ik raar, ervan uitgaande dat een prinselijke titel een hogere is dan een hertogelijke. Als algemene regel handhaaft men dat een geboortetitel eerst wordt genoemd, dan pas de titel men door huwelijk verkrijgt.

Overigens hebben we in Nederland geen hertogen meer1. De weinige hertogen die destijds door Koning Willem I als zodanig benoemd waren (drie), hebben na de Belgische opstand voor België gekozen. Sindsdien behoren zij tot de Belgische adel. Formeel maken zij overigens ook nog deel uit van de Nederlandse adel2.

Een voorbeeld

Het hoofd van de Belgische familie de Looz–Corswarem draagt de titel van Hertog. De overige leden van de familie de titel van Prins of Prinses. Dat is zo omdat dat zo in het koninklijk besluit tot verlening van adeldom en in het adelsdiploma is vastgelegd. Kennelijk werd destijds aan de titel Hertog een hogere rang toegekend dan aan de titel Prins.

Dat het ook anders kan zien we bij de twee andere hertogelijke geslachten, die van de Beaufort–Spontin en d’Ursel. Daar draagt alleen de eerstgeborene de titel Hertog, maar dragen de overige leden van de familie de titel Graaf of Gravin.

Bij Koninklijke dispositie van 4 februari 1816, nr. 272, zijn voor de verschillende adellijke titels rangkronen vastgesteld. Daarbij staat de titel Prins inderdaad boven die van Hertog. Maar over de vraag of Prins dan wel Hertog de hoogste adellijke titel is, verschillen de meningen. In het geval van de eerder genoemde familie Looz Corswarem werd de titel Hertog blijkbaar hoger aangeslagen dan die van Prins.

Titel Groothertog

Een andere adellijke titel die mij verwarde is die van ‘Groothertog’. Groothertog is geen Nederlandse adellijke titel, maar een vorstelijke titel, laat de Adelsvereniging weten. Maar ooit moet dat wel het geval zijn, want bij Koninklijke dispositie van 12 mei 1815, nr. 701, nam de Nederlandse koning Willem I de titel aan van Groothertog van Luxemburg. Het land was een hertogdom, tot het in 1795 door Frankrijk bezet werd.

Wat ik in de literatuur ook tegenkwam was de omschrijving ‘adellijke prins‘. En ik maar denken dat een Prins altijd van adel is, anders kan je immers geen Prins worden. Anders gezegd: een Prins zal in het algemeen van adel zijn. De verklaring voor ‘adellijke prins’ is eenvoudig. Men zegt dat om een onderscheid te maken met niet-adellijke prinsen, zoals een klerikale prins, of prins carnaval en een keukenprinses, die dus niet van adel zijn.

‘Titre de courtoisie’

Maar let op: De echtgenote van een (adellijke) prins, die als ‘titre de courtoisie’3 met prinses wordt aangeduid, is hierdoor niet van adel.

We zien dat bij de echtgenoten van de kinderen van prinses Beatrix (Prinses Laurentien, Prinses Mabel) en Margriet (Prinses Marilène, Prinses Annette, Prinses Anita en Prinses Aimée), die wel Prinses worden genoemd, maar het niet zijn. De enige van die echtgenoten die in de adelstand is verheven is Maxima. Het is natuurlijk weer anders wanneer de betreffende echtgenote zelf ook een adellijke titel of predicaat heeft. Dan is zij wel van adel.

In kranten werden de huidige eigenaren van Duinrell, de familie Van Zuylen van Nijevelt, beiden Graaf genoemd. Terwijl ze dat formeel pas zouden worden indien hun vader zou zijn overleden, wat inmiddels het geval is. Bij andere families zie je dat alleen de oudste zoon vaders titel erft en de 2e en volgende daarom de titel ‘Baron’ voeren.

Adellijke titel bij Pre-Napoleontische adel

We hebben het nu over overerving (van de titel(s)). Overerving ‘op allen’ komt voor bij oude Nederlandse adellijke families, de zogenaamde pre-napoleontische adel. In de tijd van de republiek (1581-1795) was er wel adel, maar die was niet landelijk gestructureerd. De Nederlandse adel is pas in 1814 wettelijk geregeld, op zo’n manier dat men alleen van adel is, wanneer de koning aan de betrokkenen adeldom had verleend. Dat kon zijn een benoeming in een ridderschap, erkenning, inlijving of verheffing.

‘Wie tegen het jaar 2050 nog wèl kan lezen en schrijven, zal in een nieuwe adelstand worden verheven.
Paul de Wispelaere, Vlaams auteur (1928-)


De titel Graaf, Baron of Ridder kan dus zowel ‘op allen’ zijn verleend of alleen bij eerstgeboorte. Op zichzelf is het juist, dat families die onder de republiek onder de oude adel gerekend werden, onder het koninkrijk die titel op allen kregen, meestal Baron, en in mindere mate Graaf of Ridder. Maar er zijn ook families, die voorheen niet van adel waren en later toch een titel op allen kregen, zoals bv. de graven Schimmelpenninck.

Egmont(d) en Ho(o)rne

Ter illustratie wat oude namen en titels, hoe zij daar via familie of overlijdens aankwamen: De namen Egmont(d) en Ho(o)rne zijn de lezer waarschijnlijk niet onbekend. Zij waren immers de adviseurs van de vader des vaderlands Willem van Oranje en werden op 5 juni 1568 in Brussel onthoofd. Egmont heette eigenlijk Lamoraal I, graaf van Egmont, prins van Gavere. Hij was de 2e zoon van Jan IV van Egmont die in 1528 overleed.

Nadat zijn oudere broer in 1541 overleed, volgde Lamoraal hem op als graaf en vrijheer van Purmerend, Purmerland, Ilpendam en Ameland, heer van Hoog- en Aartswoude en Baer, heer van de Heerlijkheden Fiennes, Zottegem, Lahamaide en Dondes, heer van Armentieres en Auxy. Zijn moeder was Francisca (Françoise) van Luxemburg-Gavere († 1 september of 1 november 1557) en was erfgravin van Gavere. Via haar kreeg hij in 1553 het prinsdom Gavere in handen kreeg en was toen én graaf én prins.

Graafschap Horne

Hoorne was Filips van Montmorency-Nivelle, graaf van Horne, zoon van Jozef van Montmorency. Zijn moeder Anna van Egmont hertrouwde met Jan, graaf van Hoorne. Toen die in 1540 overleed, erfde hij als stiefzoon het graafschap Horne en de heerlijkheden Heusden, Altena en Weert. Zijn jongere broer was Floris van Montmorency, baron van Montigne die de titel van graaf van zijn oudere broer erfde na diens terechtstelling in Brussel.

Of neem Antoon II van Lalaing, graaf van Hoogstraten, zoon van Filips van Lalaing en Anna van Rennenberg. Antoon volgde zijn vader op als graaf van Hoogstraten en zijn broer George werd graaf van Rennenberg.

Jonkheer en Ridder

Het feit dat de adel niet én een predicaat mag voeren én een titel, behalve leden van de Koninklijke familie, zorgt ook voor verwarring wanneer men kijkt naar bijvoorbeeld ‘Jhr.mr. L.H.N.F.M. Bosch, ridder van Rosenthal. Een Jonkheer die ook Ridder is en beiden voert. De verklaring die daarvoor wordt gegeven is dat aan het begin van de negentiende eeuw het nog gebruikelijk was, dat personen met een adellijke titel ook het predicaat Jonkheer voerden. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer.

Kijkend naar de trits Prins, Aartshertog, Hertog, Markies, Markgraaf, Graaf, Burggraaf, Baron, Ridder, Jonkheer – een aantal titels wordt in ons land niet meer gevoerd – werd de verwarring alleen maar groter bij het zien van namen (en titels) als: ‘Elisabeth, Prinses van Beieren, Koningin der Belgen’, ‘Maud, Prinses van Groot-Brittannië, Koningin van Noorwegen’, ‘Wilhelm Prins zu Wied, Koning van Albanië’, ‘Sophia Prinses van Wurtemberg, Koningin der Nederlanden’, ‘Wilhelmina Prinses van Pruisen, Koningin der Nederlanden’.

Lager dan koning(in)?

Je vraagt je dan af waarom de titel koning(in) niet vóór die van prins(es) gevoerd; de laatste is toch lager dan koning(in) zou je zeggen? Maar dat is een misvatting, Koning of Koningin is eigenlijk geen titel maar een staatsrechtelijke functie. In het geval van Koningin vaak ook alleen ontleend aan de functie van haar man, zie Koningin Maxima. Deze functie hoort niet tot de persoonsgegevens.

Los daarvan hadden de genoemde personen allen al de titel Prins of Prinses. Die titel behoort wel tot de persoonsgegevens. Het paspoort van onze Koning Willem-Alexander vermeldt de titel Prins, maar niet de functie van Koning.

Bij Sophie Prinses der Nederlanden, Groothertogin van Saksen-Weimar wordt de prinsessentitel weer voor die van Groothertogin gevoerd. Sophie droeg de titel Prinses als eigen titel. Daarnaast droeg zij als ‘titre de courtoisie’ die van haar man, die Groothertog van Saksen-Weimar was. Sophie was eigenlijk ‘Wilhelmine Marie Sophie Louise, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach, een dochter van Koning Willem II der Nederlanden en Anna Paulowna, Grootvorstin van Rusland.

M.a.w. de twee eerste titels waren haar Nederlandse adelstitels en de laatste omdat haar echtgenoot inderdaad Groothertog was.

Willem III

Of neem Willem III, Prins van Oranje, stadhouder, Koning van Engeland, Schotland en Ierland. De prinsentitel wordt hier voor de koningstitel gevoerd en daartussenin staat ook nog eens stadhouder wat een functie was en zeker geen adellijke titel. Klopt, maar Koning is eigenlijk ook geen adellijke titel, maar een staatsrechtelijke functie. En Prins Willem III was eerst stadhouder, later ook Koning.

Volgens het adelsrecht wordt een niet-adellijke gehuwde partner door dat huwelijk niet van adel. Het gewoonterecht staat echter toe dat de gehuwde vrouw wel na het huwelijk met een adellijke getitelde man uit hoffelijkheid de verbogen titel van haar man voert. Dat betekent dat de echtgenote van een koning de titel van koningin voert, die van een prins de titel van prinses, of op gelijke wijze de titels van gravin of barones mag voeren. Niet-adellijke echtgenotes van ridders en jonkheren voeren geen adellijk equivalent.

Indien de echtgenote van een adellijke getitelde man ook zelf van getitelde adel is, mag zij zowel de titel van haar man als van zichzelf voeren. De echtgenote van een getitelde adellijke man mag, bij gebruik van de geslachtsnaam van haar man, volgens het gewoonterecht eveneens de adels- of andere predicaten van haar man gebruiken. Indien de echtgenote zelf echter een hogere adellijke titel heeft dan haar man, kan zij het bij haar eigen adellijke status hogere predicaat blijven voeren dan wel het equivalent dat aan haar man toekomt.

Bronnen voor adellijke titels

Hulp nodig?

Lukt het niet? Vraag dan hulp aan de Yory Stamboom Helpdesk.

Lees ook

DNA-test kopen? Dit moet je weten!
Speel eens het familiespel
De marke, landbezit in Oost-Nederland
Hou je van satire? Lees dan verder!
Pensioenkaarten van je voorouders
Een pleidooi voor onderzoek naar je voormoeder
Adellijke titels zijn best verwarrend (deel 1)
  1. Zie voor de Nederlandse adel de website van de Hoge Raad van Adel[]
  2. Op de website van de Hoge Raad van Adel staan alle families vermeld, die tot de Nederlandse adel behoren of hebben behoord, zowel de Nederlandse als de Belgische families[]
  3. Een titre de courtoisie (Frans, in het Nederlands soms ook hoffelijkheidstitel) is een adellijke titel die een gehuwde vrouw kan voeren indien haar man een adellijke titel heeft[]
Reageer op dit artikel
Opmerkingen over artikel
Schrijf mij in voor de nieuwsbrief (1 x per 3 maanden)
Bezig met versturen

Wil je een donatie doen?
Yory is non-profit, maar de kosten zijn zeker € 750 per jaar. Met donaties kan dit platform blijven bestaan.

Yolanda Lippens donatie