Kleutergebrabbel op oom- en tantedag
Vandaag was het weer tijd voor kleutergebrabbel op oom-en-tante-dag en verheugde me er weer op.
Uitkijkend om hem op te halen, sta ik al ruim voor tijd in de koude regen bij de school. Ik begin de moeders te herkennen, ik ben hier duidelijk al vaker geweest.
Ook de juffen zijn bekende gezichten. Hierdoor kan ik in de groeiende menigte feilloos zien in welke groep hij naar buiten komt.
Alsof het een dagelijkse routine is, komt hij met een stralend gezichtje op me af, wapperend met een vel papier. We lopen samen tussen de gillende kinderen naar de auto.
Ondertussen krijg ik een mooie tekening overhandigd, plus een vies plakplaatje ‘die niet meer goed plakt’. Speciaal voor mij.
Cabaret
Zijn gezellige geklets ervaar ik als cabaret. Hij constateert dat het toch wel erg ‘peperstijlen’ regent. Het is maar goed dat die ramendingen heen en weer flapperen. Anders zouden we niets meer zien, en het koude weer gaf hem toch ook wel erge ‘gevroren’ handen.
Op weg naar ‘onze boodschapwinkel’ kan hij nooit een keuze maken of hij nou in het wagentje wil zitten of het wagentje wil duwen. Omdat hij helaas geen geboren stuntman is, help ik hem met veel geduld tot drie keer toe in en uit het karretje.
De kletsmajoor vertelt ondertussen dat de auto van pappa naar de garage is om ‘geopereerd’ te worden. En dat een ‘naafgaatjessysteem’ toch wel handig is om de weg niet kwijt te raken.
Stuurregie
Ondertussen heeft hij besloten om de stuurregie van het karretje over te nemen. Ik merk bij mezelf dat ik niet meer acuut in paniek raak als ik hem uit het oog verlies. Want als ik hem nonchalant roep, duikt hij gelukkig tussen de crackers weer tevoorschijn. Ondertussen veeg ik toch het onbewust ontstane zweet van m’n voorhoofd.
Op weg naar de auto meldt hij dat hij een ‘blaadje’ van een vogel heeft gevonden, en mag ik niet te hard rijden anders krijg ik een boete, net als zijn va….
‘Kleuterlerares: een ontgoocheld meisje dat dacht dat ze van kinderen hield.’
Tijd voor ‘een bammetje’
Helaas is hij een wat moeilijke eter, maar als je tegen hem zegt dat het ‘kippie’ is, is de oorlog afgewend. Hij is het er helemaal mee eens dat tafelmanieren belangrijk zijn, dus zal hij ‘met z’n mond dicht praten’. Het wordt me luid duidelijk gemaakt dat we toch wel erg arm zijn, omdat we geen afwasmachine hebben en mijn auto toch wel erg oud is.
Na het avondeten bereid ik hem voor op z’n thuisreis. Maar onze Pietje Bell laat duidelijk weten daar niets van te willen weten. Hij wil zo graag blijven, dat hij het een goed idee vindt dat we hem van pappa en mamma kopen. Maar dan moeten we ze wel heel veel geld geven.
Ondertussen is de ene schoen nog niet aan, of de ander vliegt door de kamer. De ene arm zit eindelijk in de mouw, maar de andere arm verdedigt hij met z’n leven.
Het kleutergebrabbel van mijn lieve schat verandert in een drammerig wezentje. Mijn borrelende baarmoeder is geïmplodeerd. Het is hoog tijd voor de omkoopbare ouders. Hopelijk krijgen we geld toe.